Enthousiasme

Een aantal weken geleden was ik bij een presentatie op de Universiteit Twente van innovatiestimuleringsplannen van de provincie Overijssel. Investeringen vanuit haar Innovatiefonds moeten een impuls geven aan het ontstaan van zo’n 2000 hoogwaardige technische banen in Twente. Slechts enkele minuten later kwam het Twentse Techniekpact (de regionale uitwerking van de landelijke pact dat het kabinet wil sluiten met werkgevers en onderwijsinstellingen) ter sprake. Ook daarvoor maakt de provincie geld vrij, maar nu om voldoende technisch geschoolden op de arbeidsmarkt te krijgen. Je zou zeggen: zo vergroot de provincie met geld uit het ene potje het probleem dat het met de centen uit het andere probeert op te lossen. Maar zo simpel zit de wereld natuurlijk niet in elkaar. 

De ‘varkenscyclus’ waar we het hier over hebben beloopt al gauw een jaar of vijf. En dan gaat de vergelijking met de varkensmarkt nog mank, omdat die mijns inziens een toch wat overzichtelijker geheel is dan de arbeidsmarkt: natuurlijk ontstaan er in tijden van hause meer vacatures. Maar wanneer precies de vraag naar welke functies zal ontstaan, dat is maar moeilijk te voorspellen. Ook voor planbureaus en toekomstverkenners. Vooruitzien is vooral hopen. Desalniettemin kan het helemaal geen kwaad technologische innovatie te stimuleren, in de hoop dat het tot meer werk leidt; en kan het helemaal geen kwaad technische opleidingen te promoten, in de hoop dat het resulteert in meer technici, in de hoop dat er voor hen werk zal zijn. Want onze samenleving is nu eenmaal maar zeer ten dele maakbaar, en steeds minder maakbaar door de globalisering en digitalisering, waardoor allerlei fenomenen – producten, reputaties, populariteit van studierichtingen – steeds sneller en onvoorspelbaarder komen en gaan. Dus gaat het erom dat je als politicus, beleidsmaker of ondernemer goed naar het heden kijkt en op basis daar van de juiste doelen stelt. 

Zoals bijvoorbeeld een Jet Bussemaker, onderwijsminister, die zich tot doel stelt de pretstudies de nek om te draaien, ten faveure van de technische opleidingen. Of je dat moet doen door niet meer opleidingsplaatsen te financieren dan er praktijkstageplaatsen zijn, dat is  - per definitie -  de vraag. Of zoals de ondernemers van de niche-oem XYZTEC die in 2016 meer dan de helft van de wereldmarkt in handen willen hebben. Of daarvoor de usp’s van hun ‘RMU’ toereikend zijn is – per definitie – de vraag. Tbp wil met haar ‘structurele teststrategie’ het aantal fouten in pcba’s terugdringen van  25 ppm naar 10 ppm, binnen een jaar.  Of het er niet 14 of juist 8 worden is – vanzelfsprekend – afwachten, tot we een jaar verder zijn. Kortom, stel jezelf een doel, ontwikkel wat middelen en kijk waar je uitkomt. Meer opties zijn er niet in dit – marginaal maakbare – leven.

Nu ja, er resteert er nóg een. William Pijnenburg van AAE stelde zich de afgelopen twintig jaar drie keer tot doel fors te groeien en investeerde driemaal in huisvesting, mensen en middelen. En groeide fors, steeds weer opnieuw. Toen ik ‘m om een verklaring daarvoor vroeg had hij, pas na enige nadenken, slechts deze eenvoudige uitleg: ‘Ons enthousiasme.’

Source: www.linkmagazine.nl